Autobezit is al decennia lang essentieel voor persoonlijk vervoer. Het gebruik van auto’s leidt echter tot problemen in steden, zoals verkeersopstoppingen, inefficiënt energieverbruik en vervuiling. In de afgelopen jaren zijn elektrische auto’s, elektrische fietsen en autodelen steeds gebruikelijker geworden, waarbij het tempo waarin deze duurzame alternatieven worden gebruikt, wordt beïnvloed door levensgebeurtenissen zoals een verandering van baan of een verhuizing. Bovendien kunnen deze tools het energieverbruik van een huishouden beïnvloeden, vooral wanneer thuis een elektrische auto wordt opgeladen. Gaofeng Gu van de groep Stedelijke Planning en Transport van de afdeling Gebouwde Omgeving heeft de relatie tussen belangrijke levensgebeurtenissen, autobezit en energiebeslissingen in het licht van nieuwe mobiliteitsopties onderzocht. Hij verdedigt zijn proefschrift op 30 maart.
Het kopen van een auto is een van de duurste aankopen in iemands leven, en mensen kopen auto’s om vele redenen. Sommigen willen hun huidige auto upgraden, maar in veel gevallen is de aankoop van nieuwe auto’s gekoppeld aan belangrijke levensgebeurtenissen, zoals een verandering van baan, de geboorte van een kind en verhuizingen.
Nieuwe mobiliteitsopties zoals elektrische auto’s en elektrische fietsen veranderen de manier waarop mensen hun auto kopen of upgraden, maar er is weinig bekend over hoe levensgebeurtenissen het gebruik van deze nieuwe mobiliteitsopties beïnvloeden. Voor zijn onderzoek heeft Gaofeng Gu de relatie tussen belangrijke levensgebeurtenissen en de opname van nieuwe mobiliteitsalternatieven of -tools bestudeerd.
Het levenstraject en de verzameling van keuzegegevens
Voor zijn onderzoeksproject verzamelde Gu twee soorten gegevens: gegevens over het levenstraject en gegevens over consumentenvoorkeuren (of opgegeven keuzegegevens). Levensloopgegevenssets, dat wil zeggen informatie over grote levensveranderingen zoals een nieuwe baan, verhuizen naar een nieuw huis of het stichten van een gezin, zijn in augustus 2017 in Nederland verzameld.
Aan de andere kant werden gegevens over verklaarde keuzes verzameld om de keuzes van huishoudens op het gebied van mobiliteitshulpmiddelen en technologieën voor hernieuwbare energie in huis te analyseren. Individuen werd gevraagd om hun geprefereerde mobiliteitstool te kiezen, ervan uitgaande dat zich een bepaalde levensloopgebeurtenis in hun huishouden had voorgedaan. De vermelde keuzegegevens zijn in oktober 2017 verzameld in de stad Weiz in Oostenrijk.
Datamodellering
Na het verzamelen van de verschillende datasets, ontwierp Gu modellen om de datasets te analyseren. In het geval van de gegevens over het levenstraject is een dynamisch model gemaakt om de invloed van sociaal-demografische gegevens en levensloopgebeurtenissen op hoe mensen van auto veranderen te onderzoeken. Het type autowissels en intervaltijden tussen autowissels zijn in het model opgenomen. Resultaten op basis van enquêtegegevens laten een aanzienlijke diversiteit zien in beslissingen over het bezit van huishoudens.
Om de impact van levensloopgebeurtenissen op het autobezit te bepalen, werd een ander model gebruikt dat de correlatie tussen beslissingen over iemands huidige auto en nieuwe mobiliteitsinstrumenten verklaart. Resultaten uit het model geven aan dat mensen geneigd zijn hun huidige auto niet te verkopen wanneer ze kiezen voor een elektrische fiets of autodelen. Wat betreft levensloopgebeurtenissen heeft de geboorte van een baby een positief effect op de aanschaf van een extra auto en een negatief effect op de aanschaf van een elektrische fiets of deelname aan een autodeelregeling.
Effect op duurzame energie in huis
Daarnaast werd het effect van mobiliteitsbeslissingen op investeringen in apparaten voor hernieuwbare energie thuis onderzocht. Eén model toonde aan dat er een breed scala aan gedragingen onder mensen is, terwijl een tweede model liet zien dat inkomen, woningbezit en huisgrootte een grote invloed hebben op de kans dat mensen zullen investeren in hernieuwbare energietechnologieën.
Als iemand bijvoorbeeld een elektrische auto op batterijen (BEV) koopt, is de kans groter dat hij een zonnepaneel of warmtepomp koopt. De resultaten geven aan dat de intentie om energieapparatuur aan te schaffen significant verband houdt met opvattingen over het milieu, energiebesparing en innovatietechnologie.
Gu’s onderzoek geeft kritisch inzicht in het gebruik van nieuwe mobiliteitshulpmiddelen en hoe deze langetermijninvesteringen in apparatuur voor hernieuwbare energie voor thuisgebruik beïnvloeden. Daarnaast kan dit onderzoek helpen bij het opstellen van richtlijnen en strategieën door beleidsmakers en stedenbouwkundigen om investeringen in duurzame mobiliteit en energieproducten te stimuleren.
Geleverd door Technische Universiteit Eindhoven