Als je de camera van je iPhone liever gebruikt dan alleen selfies en portretten, dan wil je er waarschijnlijk voor zorgen dat je alles zo recht mogelijk in beeld brengt. Dit is veel eenvoudiger als je het cameraraster van iOS inschakelt.
Een raster is een vrij typisch kenmerk op de meeste digitale camera’s en telefoons. Het bedekt gewoon een raster over de bovenkant van het scherm, waardoor je je foto’s beter kunt uitlijnen zodat ze recht zijn, waardoor je tijd bespaart om ze later recht te zetten in de nabewerking (als je daar zelfs maar aan toe bent).
Als u bijvoorbeeld een foto wilt maken van een weids uitzicht met een verre horizonlijn, kan het vaak moeilijk zijn om het perfect recht uit te lijnen. Als een raster is ingeschakeld, kunt u de horizon echter uitlijnen met een van de rasterlijnen, wat een rechte foto garandeert.
Helaas is het in- en uitschakelen van het raster in iOS niet bepaald intuïtief. Het is zelfs een beetje lastig, omdat het niet eens in de Camera-app zelf staat, maar in de instellingen van iOS.
Open om te beginnen de app Instellingen en scrol omlaag naar Foto’s en camera.
Tik op de instellingen voor Foto’s en camera, scrol omlaag naar het gedeelte Camera en tik op de raster-schakelaar.
Verlaat nu gewoon de instellingen, open de camera-app en je hebt nu een eenvoudig 3 × 3-raster waarmee je gemakkelijker kunt inlijsten.
Als u later besluit dat u het raster liever niet gebruikt, herhaalt u eenvoudig de bovenstaande stappen en schakelt u het uit.
Het volstaat om te zeggen dat het leuk zou zijn om het raster op je iPhone gewoon in of uit te schakelen met een simpele druk op de knop vanuit de daadwerkelijke Camera-app. Dit is een van die dingen die vreemd moeilijker zijn dan nodig, maar de functie bestaat tenminste en je kunt kromme foto’s vaarwel kussen.