Facebook is een vak. Je geeft wat privacy op en in ruil daarvoor krijg je toegang tot een ‘gratis’ sociaal netwerk waar je met je vrienden en familie kunt praten.
Je zou kunnen denken dat dit een eerlijke handel is, en dat is niet onredelijk: twee miljard mensen lijken het met je eens te zijn. Maar Mark Zuckerberg lijkt zijn privacy zeker te waarderen, tot het punt waarop het onmogelijk is om door zijn afval te snuffelen.
Joe Veix, die voor The Outline schreef, probeerde het echt. Blijkt dat minstens vier mensen de wacht houden bij het huis van Zuckerberg, en het is moeilijk om zelfs maar in de buurt van de prullenbak te komen zonder dat ze het merken. Dit is natuurlijk stuntjournalistiek, maar het is amusant om te lezen, en het maakt een goed punt: de rijken kunnen zich een mate van privacy veroorloven, de rest van ons niet.
Hier is de conclusie van Veix:
Het is interessant om na te denken over de manieren waarop privacy alleen een voorrecht kan zijn voor de rijken. Niet iedereen kan zich een leger ingehuurde goons en bedrijfsgeheime politie veroorloven, een absurde muur in hun achtertuin en een bufferzone van verwoeste kavels rond hun huis. Zouden soortgelijke klasseprivileges ooit gelden voor ons digitale leven? Wie zal in de toekomst de luxe hebben om eigenaar te zijn van hun gegevens? Maar meestal is het moeilijk om de ironie van dit alles te negeren. Als Mark Zuckerberg zich maar net zo bekommerde om de privacy van de rest van de wereld als de zijne.
Het is niet waarschijnlijk dat Zuckerberg uw privacy ooit zo zal waarderen. Misschien zou je.