Nieuwe beelden zijn van de ESA-NASA-missie’s meest nabije vlucht tot nu toe van onze ster
Een ruimtevaartuig heeft een stekelige “egel” op de zon bespioneerd en een zonnevlam bekeken op manieren die nog nooit eerder zijn gedaan.
De Solar Orbiter, een samenwerking tussen de European Space Agency en NASA, werd gelanceerd in februari 2020 en draait nu rond onze ster (SN: 2/9/20). Op 18 mei hebben onderzoekers beelden vrijgegeven van de dichtstbijzijnde zonnevlucht van het ruimtevaartuig tot nu toe. Die flyby vond plaats op 26 maart toen de orbiter binnen ongeveer 48 miljoen kilometer van de zon vloog, dichterbij dan Mercurius.
“Het is verbazingwekkend om dit soort gegevens al te hebben”, zegt zonnefysicus David Berghmans van de Koninklijke Sterrenwacht van België in Brussel.
De waarnemingen laten een kenmerk zien dat de egel wordt genoemd, vanwege de pieken van donkerder, koeler gas bovenop heter materiaal. “‘Cool’ is hier relatief, met betrekking tot de achtergrond van 1 miljoen graden [plasma]”, zegt Berghmans, de hoofdonderzoeker van de Extreme Ultraviolet Imager van de orbiter. De wetenschappers weten niet wat deze eigenschap veroorzaakt, maar denken dat het verband houdt met lange, dunne stralen van zonnemateriaal, spicules genaamd (SN: 14/11/19).
Enkele dagen voordat ze de 25.000 kilometer brede egel bespioneerden, detecteerden vier van Solar Orbiter’s instrumenten een röntgenflits en observeerden ze hoe deze de nabijgelegen ruimte beïnvloedde. Daar is het ruimtevaartuig voor gebouwd, zegt Berghmans.
De focus van het ruimtevaartuig is ‘verbindingswetenschap’, zegt hij. De instrumenten van Solar Orbiter detecteerden de zonnevlam, de schokgolf die het veroorzaakte en de geproduceerde uitbarsting van geladen deeltjes en radiosignalen – de een na de ander – gedurende meerdere uren. Voorheen zouden verschillende telescopen deze gedurende dagen afzonderlijk detecteren.
Door de opeenvolging van gebeurtenissen te verbinden tot ‘een compleet verhaal’, zegt Berghmans, kunnen wetenschappers de uitstroom van die geladen deeltjes, die vooral gevaarlijk zijn voor astronauten, satellieten en zelfs hoogvliegende vliegtuigen, beter voorspellen.
Het ruimtevaartuig zal tot 2026 ongeveer elke vijf tot zes maanden dicht bij de zon passeren. Daarna, gedurende nog drie jaar, zal de orbiter dichter naar de polen van de zon zwaaien, waardoor wetenschappers hun eerste frontale uitzichten op die regio’s krijgen.