Menusneltoetsen bieden een snelle en gemakkelijke manier om door specifieke toepassingen in Windows te navigeren. Ze werken door de toets te onderstrepen om op menu’s te drukken om opdrachten te activeren of submenu’s uit te breiden. Deze functie is standaard uitgeschakeld, maar is eenvoudig in te schakelen.
Deze functie maakt niet overal sneltoetsen mogelijk die u zou verwachten, maar het werkt wel in de meeste contextmenu’s (die u krijgt door met de rechtermuisknop op bestanden of mappen te klikken) in Windows en sommige apps. In sommige apps (zoals File Explorer en Microsoft Office-apps) kunt u vergelijkbare sneltoetsen activeren door op uw Alt-toets te drukken. Of je dat nu doet of de toegankelijkheidsfunctie gebruikt waar we het hier over hebben, je kunt gemakkelijk je pijltjestoetsen gebruiken om door het menu te navigeren en op de onderstreepte letter drukken om een commando in die menu’s uit te voeren.
Druk om te beginnen op Windows + I om de app Instellingen te openen. Klik op de hoofdpagina op de categorie “Toegankelijkheid”.
Kies op de pagina Toegankelijkheid het tabblad “Toetsenbord” aan de linkerkant. Scrol aan de rechterkant een beetje naar beneden en zet de schakelaar ‘Toegangstoetsen onderstrepen indien beschikbaar’ aan onder het gedeelte ‘Wijzigen hoe sneltoetsen werken’.
Eenmaal ingeschakeld, ziet u onderstreepte letters in verschillende menu’s, dialoogvensters en vensters. Door op die letter te drukken, wordt dat menu of commando geactiveerd.
Dit is hoe dat eruitziet in een contextmenu dat u zou kunnen zien wanneer u met de rechtermuisknop op een bestand klikt (het is aan de linkerkant ingeschakeld en aan de rechterkant uitgeschakeld).
Dus als het is ingeschakeld, kunnen we gewoon op de N-toets drukken om Notepadd ++ te openen of op de H-toets om de opdracht Openen met uit te voeren.