Als je vaak processorintensieve apps gebruikt, is het goed om het CPU-gebruik van je Mac in de gaten te houden. Gelukkig maakt Apple het gemakkelijk om snel een blik te werpen op CPU-gebruik en CPU-geschiedenis door het Dock-pictogram van Activity Monitor te wijzigen. Hier leest u hoe u het instelt.
VERWANT: Problemen met uw Mac oplossen met Activity Monitor
Open eerst ‘Activity Monitor’. Als u niet weet hoe, maakt Spotlight het u gemakkelijk. Klik op het kleine vergrootglaspictogram in uw menubalk (of druk op Command + spatiebalk). Wanneer de “Spotlight Search” -balk verschijnt, typ je “activity monitor” en druk je op “Return”.
Wanneer Activity Monitor wordt geopend, kunt u het hoofdvenster sluiten met de rode “X” -knop omdat u deze niet nodig hebt. (Als u het later terug wilt krijgen, selecteert u Venster> Activiteitenmonitor in de menubalk of drukt u op Command + 1.)
Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het pictogram van Activity Monitor in het dock en er verschijnt een menu. Selecteer in het menu “Dock-pictogram” en u ziet verschillende opties. Selecteer voorlopig ‘CPU-gebruik weergeven’.
Als “Show CPU Usage” is ingeschakeld, verandert het dock-pictogram van de Activity Monitor in een 10-segmentmeter die oplicht, afhankelijk van hoeveel CPU-activiteit er plaatsvindt. Als bijvoorbeeld alle 10 segmenten verlicht zijn, gebruikt u 100% van uw CPU-capaciteit.
Als u nogmaals met de rechtermuisknop op het dock-pictogram van Activity Monitor klikt en in plaats daarvan Dock-pictogram> CPU-geschiedenis weergeven selecteert, ziet u een zwarte rechthoek die het CPU-gebruik in de tijd in kaart brengt. Het scherm loopt langzaam van rechts naar links, waarbij intensieve perioden van CPU-gebruik meer hoogte aan elke kolom toevoegen. De rode vierkantjes vertegenwoordigen het CPU-gebruik door systeemprocessen en de groene vierkantjes vertegenwoordigen het CPU-gebruik door gebruikersprocessen.
Als u het Activity Monitor-pictogram weer normaal wilt maken, klikt u nogmaals met de rechtermuisknop op het “Dock” -pictogram en selecteert u Dock-pictogram> Show Application Icon. Als alternatief kunt u het Dock-pictogram van de Activity Monitor ook configureren via de menubalk in het menu “Weergeven”. Selecteer de optie “Dock-pictogram” en u ziet een menu dat lijkt op het menu dat we eerder gebruikten.
Als je het Dock-pictogram naar wens hebt geconfigureerd, laat je Activity Monitor gewoon op de achtergrond draaien terwijl je andere taken uitvoert. Het CPU-gebruik of de CPU-geschiedenisweergave in het dock wordt in de loop van de tijd bijgewerkt en u kunt de uitlezing voor onbepaalde tijd laten staan. Activity Monitor moet echter actief blijven om te kunnen werken; zodra u de app sluit, keert het Dock-pictogram terug naar normaal. Net als de pompoen van Assepoester!