Of je nu netwerkproblemen oplost of gewoon bandbreedte probeert te besparen, het is handig om het netwerkgebruik van je Mac in de gaten te houden. Met Activity Monitor maakt Apple het gemakkelijk om de netwerkactiviteit in één oogopslag in het Dock in de gaten te houden. Hier leest u hoe u het instelt.
Open eerst ‘Activity Monitor’. Als u niet zeker weet hoe, kunt u dit snel doen met Spotlight. Druk op Command + spatiebalk of klik op het vergrootglaspictogram in uw menubalk en een zoekbalk zal verschijnen. Typ “activiteitenmonitor” en druk op Return.
Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het pictogram Activity Monitor Dock. Klik in het menu dat verschijnt op “Dock-pictogram” en selecteer vervolgens “Netwerkgebruik weergeven”.
Zodra “Toon netwerkgebruik” is geselecteerd, verandert het dock-pictogram van de Activity Monitor in een geanimeerde weergave die de netwerkactiviteit in de loop van de tijd grafisch weergeeft, van rechts naar links bijgewerkt.
(Standaard wordt deze grafiek elke 5 seconden bijgewerkt. Als u de snelheid waarmee de grafiek wordt bijgewerkt, wilt wijzigen, gaat u naar Weergave> Frequentie bijwerken in de menubalk bovenaan het scherm.)
Onder de standaardinstellingen toont de Dock-grafiek van het netwerkgebruik “pakketten per seconde” in blauw en “pakketten per seconde” in rood. Dit zijn ruwe tellingen van datapakketten die zijn ontvangen door en verzonden vanaf uw Mac.
Als u liever een andere uitlezing heeft, kunt u ervoor zorgen dat de grafiek de verzonden en ontvangen gegevens in bytes weergeeft. Klik eerst op het hoofdvenster van Activity Monitor (druk op Command + 1 om het te laten verschijnen als het nog niet is geopend) en selecteer het tabblad “Netwerk”.
Zoek de kleine grafiek onder in het venster. Klik op de koptekst met de tekst “Packets” en verander deze in “Data” met het kleine vervolgkeuzemenu.
Zodra “Data” is geselecteerd, zal de Dock-grafiek onmiddellijk veranderen. Nu wordt “data gelezen per seconde” weergegeven in blauw, en “bytes aan data geschreven per seconde” wordt weergegeven in rood.
Als u het Dock-pictogram naar wens heeft geconfigureerd, kunt u het hoofdvenster van Activity Monitor sluiten door op de rode “X” -knop te drukken.
Met het hoofdvenster gesloten, zal Activity Monitor geruisloos werken terwijl u andere taken op uw Mac uitvoert, en de netwerkgebruiksgrafiek in het Dock wordt bijgewerkt. Als u Activity Monitor sluit, verandert het Dock-pictogram weer in normaal.
Als u het Activity Monitor-pictogram weer normaal wilt maken terwijl het nog actief is, klikt u nogmaals met de rechtermuisknop op het Activity Monitor Dock-pictogram en selecteert u “Dock-pictogram”> “Show Application Icon.”
Als je klaar bent, kan het geen kwaad om nog wat rond te snuffelen in Activity Monitor en de andere opties te verkennen. Je zult zien dat het veel handige trucs in petto heeft.
VERWANT: Problemen met uw Mac oplossen met Activity Monitor