Jeugdomgevingen zijn belangrijk voor ruimtelijke vaardigheden, suggereren videogamegegevens
Scoor er een voor de landmuis.
Mensen die buiten de stad opgroeien, zijn beter in het vinden van hun weg dan stedelingen, suggereert een groot onderzoek naar navigatie. De resultaten, online beschreven op 30 maart in Natuurlaat doorschemeren dat als kind leren omgaan met de complexiteit van de omgeving versterkt mentale spieren voor ruimtelijke vaardigheden.
Bijna 400.000 mensen uit 38 landen over de hele wereld speelden een videogame genaamd Sea Hero Quest, ontworpen door neurowetenschappers en game-ontwikkelaars als een leuke manier om gegevens over de hersenen van mensen te verzamelen. Spelers bestuurden een boot op zoek naar verschillende doelen.
Mensen die zeiden dat ze buiten de steden waren opgegroeid, waar ze vermoedelijk veel kronkelende paden zouden zijn tegengekomen, waren gemiddeld beter in het vinden van de doelen dan mensen die in de stad waren opgegroeid.
Bovendien was het verschil tussen stedelingen en buitenstaanders het meest prominent in landen waar steden vaak een eenvoudige, rasterachtige lay-out hebben, zoals Chicago met zijn straten in een hoek van 90 graden. Hoe eenvoudiger de steden, hoe groter het voordeel voor mensen uit meer landelijke gebieden, melden cognitief wetenschapper Antoine Coutrot van CNRS, gevestigd in Lyon, Frankrijk, en zijn collega’s.
Toch kunnen wetenschappers op basis van deze videogamegegevens niet definitief zeggen dat de kinderomgeving achter de verschillen in navigatie zit. Maar het is aannemelijk. “Als je als kind wordt blootgesteld aan een complexe omgeving, leer je je weg te vinden en ontwikkel je de juiste cognitieve processen om dat te doen”, zegt Coutrot.
Andere delen van demografie zijn in verband gebracht met navigatieprestaties, waaronder leeftijd, geslacht, opleiding en zelfs een superieur reukvermogen (SN: 16/10/18). Door deze details te achterhalen, krijgen artsen een preciezere basislijn van iemands navigatievaardigheden. Dat zou op zijn beurt kunnen helpen onthullen wanneer deze vaardigheden wegglippen, zoals bijvoorbeeld bij de vroege ziekte van Alzheimer.